In de zomer van 1940 is een medisch detachement van het Italiaanse leger gelegerd in Sorman, een oase in de Libische woestijn. Het kamp is niet echt in een vechtstemming, maar eerder de lome sfeer van een korte vakantie. De majoor, de commandant van het detachement, is maar door één ding opgewonden: een brief schrijven aan zijn jonge, geliefde vrouw. Oorlog is aanwezig als iets ver weg, abstracts, dat slechts af en toe wordt gerapporteerd in de valse retoriek van oorlogsverslagen. In de oase woont een Italiaanse monnik, die er alles aan doet om de lokale bevolking te helpen. Op zijn harde, uitgesproken manier vraagt hij de medewerking van Italiaanse artsen, en eist die zelfs. Het nieuws van hun activiteiten verspreidt zich al snel, temeer omdat hun verblijf daar verandert in een humanitaire missie in plaats van een militaire taak. Maar de 'glorieuze' fascistische campagne zal een snelle terugtocht worden.